GESCHIEDENIS VAN HET ALFABET

Lang geleden schreef men in de vorm van plaatjes.
Later kon 1 plaatje meerdere betekenissen hebben.
Als voorbeeld ken je vast wel het spijkerschrift.
Deze bestond al duizenden jaren voor Christus.
Ook de Egyptische hiërogliefen waren een vorm van plaatjestekst.
In Libanon ontwikkelde men het alfabet die wij kennen, maar dan zonder klinkers.
De Grieken, Arabieren en herbreeuwen namen het op hun manier over.
Men schreef van rechts naar links.
De woorden in de zinnen werden zonder spatie geschreven.
Wilde men na een woord een nieuw woord noteren dan begon het woord gewoon met een hoofdletter.
Nog steeds is hun alfabet een beetje anders dan wij die kennen.
Het Latijnse alfabet dat wij gebruiken stamt van het Griekse alfabet af.
Er kwamen ook letters bij of letters werden anders geschreven.
In 1500 ontstond de boekdrukkunst en dus de drukletter.
Eerst schreef men teksten in spiegelbeeld op houtenblokken.
Deze werden met inkt bestrekenen op papier afgedrukt.
Later ontwikkelde men de drukletter.
De boekdrukkunst gaf veel mensen meer kennis en informatie.
Zo kreeg de katholieke kerk steeds minder macht.
De mensen leerden zelf redeneren en oordelen wat er in de bijbel stond.