** tekening van twee zwanen

ZWANEN

Zwanen eten vooral waterplanten, maar ook gras.
De witte zwaan komt verreweg het meeste voor op het noordelijk halfrond.
De zwarte zwaan zie je minder.
Het mannetje en vrouwtje blijven hun hele leven bij elkaar.
Hun nesten zijn erg groot en bevind zich in het gras of in het water.
Het vrouwtje broed ongeveer zes eieren uit.
Ondertussen houdt het mannetje de wacht.
Bij het verdedigen van hun broedsel kunnen mannetjes zwanen behoorlijk agressief zijn.
Ook mensen moeten dan oppassen.
De jongen kunnen als ze uitkomen gelijk lopen, zwemmen en voedsel zoeken.
Na 5 maanden kunnen ze vliegen.
Na een jaar jagen de zwanen ouders de jongen weg.
Een zwaan kan ongeveer ongeveer 20 jaar oud worden.
In de winter leven zij in troepen.
De zwanen kunnen van vleugel tot vleugel wel 230 centimeter worden.
Ze worden ongeveer 150 cm groot.
Ze wegen zo'n 13 kilo.
De nek van de zwaan heeft 26 halswervels.

In west-Europa zie je vooral de knobbelzwaan.
Deze heeft een knobbel op de snavel.
Er bestaan zo'n 8 soorten zwanen.

Veel zwanen gaan dood door de hoogspanningskabels, treinen, auto's enz.
In de winter sterven ze vaak door voedselgebrek.

**